MONGOLIË HOUDT UITVERKOOP

STAATSBEDRIJVEN WORDEN VERDEELD OVER BEVOLKING

Het optimisme in Mongolië is verdwenen. Na het definitieve vertrek van de Russen in 1990 staat het land er nu alleen voor. Een democratische revolutie en twee verkiezingen hebben nog steeds niet gezorgd voor een volle buik. Ondanks alle problemen experimenteert het land met een economisch privatiseringsprogramma dat wellicht het meest rigoreuze ter wereld is: het staatsbezit wordt letterlijk weggegeven aan de bevolking.

Beeld Lenin voor het Ulan Bator Hotel

(Door Jan van der Made)

ULAN BATOR (ZOP) Het beeld van Lenin voor het Ulan Bator hotel heeft een lelijke vlek oranje verf op zijn been. "Steeds als ze het hebben schoongemaakt komt er wel weer iemand die er nieuwe verf tegenaan smijt" vertelt Enkhbayer, de 27-jarige tolk. De laatste aanval dateert uit augustus, toen in Moskou de coupe tegen Gorbatsjov plaatsvond. Sindsdien hebben ze het beeld niet meer schoongemaakt.

Mongolië is weer een winter verder. Een winter met temparaturen van gemiddeld -20, toenemende problemen om de stad van energie te voorzien en het volk van voedsel. In de winkels kun je eigenlijk alleen maar schapevlees kopen, of een enkele bruin-uitgeslagen kool. Brood en suiker zijn op de bon, en beperkte voorraden archi, Mongoolse wodka, worden iedere dag van 11 tot 12 verkocht achter de centrale State Department Store, met als gevolg felle vechtpartijen en politieingrijpen.

Toch lijkt het grootste probleem niet de schaarste van producten. Waar de mensen de meeste moeite mee lijken te hebben is de mentaliteitsverandering, de aanpassing aan een totaal nieuw systeem.

JAPANSE KRIJGSGEVANGENEN

Aandelenbeurs in Ulan Bator

Aan de westkant van het centrale Sukh-Batorplein verrijst een statig gebouw dat roze is gestucked. Bij de voordeur registreert een camera iedereen die erin wil; een gewapende wachtpost binnen vraagt bezoekers om hun identifi-catiepapieren. Dit gebouw herbergt het zenuwcentrum van Mongoliës transformatie naar een kapitalistische staat: de aandelenbeurs, die op 7 februari van dit jaar werd geopend.

Oorspronkelijk gebouwd door Japanse krijgsgevangenen in de jaren '40, werd het gebouw afgelopen jaar van binnen gestyleerd door een Australisch architektenburo. Zoemende airconditioners, een ergonomish verantwoorde stafzaal en een Amerikaans biljart vormen de achtergrond waartegen beursdirecteur Zorjargal (27) een van de meest rigoreuze privatiseringsprogramma's ter wereld orchestreert. "Hoe vind je m'n das? Christian Dior. Van zijde. Nee, eerlijk, als ze me drie, vier jaar geleden verteld hadden dat ik nu directeur zou zijn van een aandelenbeurs met directe telefoonlijnen naar alle belanrijke plaatsen in het land, dan had ik gezegd, nee, jongen, je droomt".

PRIVATISERINGSPROGRAMMA

Zorjargal is magere jongen met een sluw gezicht dat wordt ontsierd door een dode hoektand die grijs afsteekt tegen de rest van zijn gebit. Hij ratelt in het engels en om de paar minuten steekt hij een nieuwe Marlboro op, een merk dat Mongolen met Amerikaanse dollars moeten betalen. Hij is één van de Groep van Zeven briljante jonge economen, die, geinspireerd door vrije-markt guru Jeffrey Sachs onder leiding van vice-premier Gambolt in 1990 het privatiserings-programma ontwierpen.

Het plan komt er op neer dat alle staatsbezit, of het nu gaat om hotels, fabrieken, restaurants of landbouwmachines, kado wordt gegeven aan de bevolking. Eerst werd een schatting gemaakt van de totale waarde ervan, en vervolgens werd dit bedrag gedeeld op het aantal Mongolen dat na 31 mei 1991 werd geboren, totaal zo'n twee miljoen. En het resultaat was de coupon, ter waarde van 10.000 Tugrik (ongeveer 110 gulden, vijf maandsalarissen), die aan iedere burger werd uitgedeeld.

Beursdirecteur Zorjargal

BLOED

De coupon is een blauw vel papier met de beeltenis van de meest succesvolle Mongool aller tijden: Chinggis Khan. Het hoofddeel, waard 7000 Tugrik, (ongeveer 80 gulden) staat op naam en geeft recht op het aanschaffen van aandelen van de staatsbedrijven die nu op de beurs staan genoteerd. Op de coupon zijn verder drie roze strookjes bevestigd, die ieder een waarde van 1000 Tugrik (ongeveer 11 gulden) vertegenwoordigen, en waarvoor men op veilingen vee, landbouwmachines, kleine winkels of restaurants kan aanschaffen. De roze coupons staan niet op naam en zijn vrij verhandelbaar.

Maar het belangrijkste zijn de blauwe coupons. Zorjargal heeft bijna twintig sessies gehad op de aandelenbeurs waarop 20% van de staatsbedrijven is weggegeven. "En het werkt. Privatiseringen kun je niet meer terugdraaien. Als mensen bezit hebben, dan willen ze er voor vechten. Draait de regering het terug, dan is er bloed". Zijn Mongolen er klaar voor, voor het kapitalisme? Het antwoord is te vinden in het Economic College, dat wordt geleid door directeur Amarjargal, een ander lid van de Groep van Zeven.

VERNIETIGING

Het College is een indrukwekkend gebouw aan Ulan Bator's centrale verkeersslagader de Boulevard van de Vrede en voorzien van Korintische zuilen. Het werkvertrek van Amarjargal is, net als dat van Zorjargal, uitgerust met moderne computers en de laatste editie van The Economist.

Evenals Zorjargal is Amarjargal gestoken in drie-delig grijs en spreekt een afgewogen engels. "Wij, mijn generatie zijn babies van Breznjev en Tsedenbal (de communistische Tsaar, die Mongolië gedurende zijn veertig-jarige ambtstermijn naar economische stagnatie leidde).

"We moeten het onder ogen zien: wijzelf kunnen het nieuwe politieke en economische systeem niet uitvoeren in Mongolië. Onze taak is de vernietiging van het oude, centraal geleide systeem en het voorbereiden van voorwaarden voor groei. Wanneer we deze taak uitvoeren zal onze generatie voldaan zijn. En de studenten, deze nieuwe studenten zullen Mongolië voorwaarts dragen.

ONERVAREN MEERDERHEID

De school, die halverwege het vorige jaar werd geopend, geniet een enorme populariteit onder jeugdige Mongolen, slechts de beste 12.5% van het aantal aanmeldingen werd na een strenge selectieprocedure toegelaten. "Het enige waar we in zijn geinteresseerd is geld verdienen", vertelt een student. Literatuur en geschiedenis zijn onderwerpen die de belangstelling van de jeugd hebben verloren, westerse talen en economie zijn in.

Toch is het nog onduidelijk hoe de nieuwe klasse moneymakers zich zal ontwikkelen. Er bestaat grote vrees voor een nieuwe elite die zich over de ruggen van de onervaren meerderheid van de bevolking verrijkt. Een voormalige fabrieksarbeider die nu kashmirtruien aan buitenlanders probeert te verkopen: "Ik begrijp het gewoon niet. Ik weet niet wat ik er mee kan doen. Ik heb ook zo'n coupon gekregen, maar heb hem veilig opgeborgen. Het schijnt geld waard te zijn".

Ook de tolk van het Ministerie toont zich niet zo tevreden. "Het is goed voor de roze coupons, en vooral als je in de provincie koopt. Straatarme herders hebben nu plotseling de kans om vee te kopen. Maar als je in de stad woont kun je er weinig mee. Ik heb nu mijn hoop gevestigd op de huizenmarkt". Deze staat ook op het punt geprivatiseerd te worden.

Zelfstandige ondernemers die wel gebruik maken van hun roze coupons hebben het ook niet makkelijk. Ze investeren hun geld in kleine winkels. "De gemiddelde levensduur van een winkel is twee maanden. Alles wordt geinvesteerd in bijvoorbeeld sokken. Als die opzijn is het vaak onmogelijk om een nieuwe voorraad aan te leggen. De winkel is leeg, de klanten blijven weg en er blijft niets anders over dan sluiting", verzucht een inwoner van een van de flats in het centrum van Ulan Bator waar veel kleine winkeltjes opbloeien en afsterven.

PRIJSSTIJGINGEN

De toenemende obsessie met geld verdienen heeft een ander kwalijk bijverschijnsel: veel leden van de "Mongoolse middenklasse", de voormalige kaderstructuur van docenten, artsen en specialisten op verschillend terrein verliezen hun baan omdat er onder het communisme te veel waren en velen nu overbodig zijn. Degenen die hun baan houden vrezen dat hun salaris niet toereikend zal zijn om de prijsstijgingen bij te houden met als resultaat dat ze zich op privehandel gaan toeleggen en hun beroep de rug toe keren.

Wat is het officiele standpunt? Mijnheer Dash-Yondon is voorzitter van de Mongoolse Revolutionaire Volksparty, de oude communistische partij, die tijdens de verkiezingen afgelopen juli een verpletterende meerderheid van 96% van de stemmen haalde. Ondanks het communistische verleden pleit hij ook voor een algehele invoering van de vrije markt en privatisering" maar dat moet wel "voorzichtig" gebeuren. "Bovendien heeft Mongolië haar eigen karakterestieken. Slechte weersomstandigheden, soms teveel sneeuw, soms droogte, in de winters erg koud. Onder zulke omstandigheden zie je nu al dat de herders die na de privatisering van landbouw en veeteelt zelfstandig waren geworden, toch weer gaan samenwerken. Ze sluiten cooperatieven. Het kan niet anders. Anders overleven ze het niet.

Toch terug naar het communisme? De heer Batbayer, voorzitter van de enige oppositiepartij, de Sociaal Democraten, denkt van niet. "Terugkeer naar het oude regime lijkt mij onmogelijk. Maar als de economie niet opleeft zijn de elementen voor chaos. En dat kan dictatuur in de hand werken. Daarvoor moeten we dus waken".